maandag 29 november 2010

Cuba: schoolvoorbeeld van crimineel Amerikaans optreden

    

In 1784 vroegen beleidsmakers in de VS zich af voor welk symbool het prille Amerika moest kiezen. Benjamin Franklin [1], die de luie, stelende adelaar verafschuwde, had droogjes de kalkoen voorgesteld, die “nutteloze, sullige” vogel, “die geen associatie met expansionisme oproept.” Maar Franklin trok aan het kortste eind: het werd de adelaar, symbool voor de mondiale ambities van Amerika. Volgens Caleb Rossiter, auteur van “The Turkey and the Eagle: The Struggle for America’s Global Role [2]”, staat dwang op andere landen gelijk met verderfelijk imperialisme. De auteur en Washington insider meent dat anti-imperialisten niet de effectiviteit van imperialisme moeten aanvechten, maar het principe “wereldhegemonie”. In zijn boek schetst Rossiter de veelvuldige pogingen van het Congres om de Amerikaanse interventies in El Salvador en Nicaragua terug te schroeven. Maar de “zachte adelaars” in het Congres betwistten noch het nut van blokkades, noch de vanzelfsprekendheid waarmee Amerika zich dat recht toe-eigende. De auteur houdt een vurig pleidooi voor herziening van de mondiale rol van Amerika. “Het is niet uit zwakheid dat wij moeten afstappen van ons imperialisme, maar vanuit ons geweten. Alleen dat bewijst onze ongeëvenaarde kwaliteit."

Het VS terrorisme en de economische oorlog met Cuba is exemplarisch voor het crimineel Amerikaans optreden [3]. “Na 47 jaar … heeft het ... embargo op Cuba het gestelde doel ‘de Cubaanse bevolking democratie brengen’ niet kunnen realiseren”, schrijft senator Richard Lugar (R) over Cuba. Pure propaganda, het echte doel was immers om “honger, wanhoop en regime change te bewerkstelligen.” Kennedy adviseur Arthur Schlesinger waarschuwde de juist geïnstalleerde president op de voorbeeldfunctie van een onafhankelijke Cubaanse koers, waardoor het VS overheersingsmodel zou kunnen imploderen. Opeenvolgende Amerikaanse regeringen waren woedend over het “succesvolle [Cubaanse] verzet” tegen het - op de Monroe doctrine [4] geïnspireerde - beleid om gehoorzaamheid aan de VS af te dwingen. Intussen heeft de VS met terrorisme en economische oorlogsvoering zijn doel bereikt: de bevolking lijdt en elke economische ontwikkeling wordt gedwarsboomd. Maar daarin staat de VS vrijwel alleen: eigenlijk alleen Israel steunt het embargo. Nadat de Russische steun aan Cuba was opgedroogd werden de maatregelen nog aangescherpt. Waaruit blijkt hoezeer de VS nationale belangen laat voorgaan op zakelijke belangen en de wil van de bevolking. Een maffieus beleid: verzet wordt niet getolereerd.

Het bijna 50 jarig VS staatsterrorisme tegen Cuba begon met de omverwerping in 1959 van de dictatuur van Fulgencio Batista y Zalvidar door Fidel Castro. De VS besloot tot omverwerping van het nieuwe regime, de CIA bewapende guerrillagroepen en de aanslagen begonnen. Waar elk ander land zou hebben teruggeslagen [5] volgde Cuba het internationaal recht en deed een beroep op de VN. Het documenteerde twintig aanslagen en riep op tot een diplomatieke oplossing. Toen ambassadeur Henry Cabot Lodge bezwoer dat de VS geen agressieve bedoelingen had was zijn regering in het geheim volop de Varkensbaai-invasie aan het voorbereiden. Die vond april 1961 plaats, na het aantreden van Kennedy. Nadat de invasie was mislukt werd koortsachtig gezocht naar een alternatief plan. Kennedy verklaarde: “Zelfvoldane, eigengereide, zachte samenlevingen worden binnenkort met de brokstukken van de geschiedenis weggevaagd. Enkel de sterken … kunnen overleven.” Kennedy was zich bewust dat bondgenoten meenden dat “wij [over Cuba] lichtelijk geschift zijn”, een perceptie die ook vandaag nog bestaat.

Kennedy was verantwoordelijk voor de instelling van het destructieve embargo. Het kleine Cuba, dat in de 60 jaar na zijn bevrijding van Spanje een “virtuele kolonie” van de VS werd, kon nauwelijks overleven. Minister van Justitie Robert Kennedy kreeg de leiding van Operation Mongoose [6]. De terreuraanslagen werden opgevoerd, waaronder beschietingen van een strandhotel “waar Sovjet militaire technici verbleven, waarbij talloze Russen en Cubanen omkwamen”, aanvallen op een Brits en Cubaans vrachtschip en het vernietigen van scheepsladingen suiker. De gruweldaden werden meestal uitgevoerd door uitgeweken Cubanen die in Florida vrij spel hadden. Enkele weken later volgde “het gevaarlijkste moment uit de wereldgeschiedenis”. Na de overeenkomst tussen Kennedy en Chroesjtsjov ging de Amerikaanse terreur op Cuba tegen alle afspraken in gewoon door. Tien dagen voor de dodelijke aanslag op de president keurde hij nog CIA plannen goed voor aanslagen op “een olieraffinaderij, een elektriciteitscentrale, suikerfabrieken, spoorbruggen, havenfaciliteiten en schepen.” Voor de VS waren de Sovjetraketten op Cuba een bedreiging. De Kennedy broers bleken te vrezen dat deze een VS invasie van Venezuela zou kunnen doorkruisen. “Operatie Varkensbaai was dus toch op zijn plaats”, zo concludeerde John Kennedy...

Uit gedeclassificeerde documenten blijkt dat vrijwel niemand protesteerde tegen “VS-staatsterrorisme”. Men wees hooguit op mogelijke reacties uit het Sovjetkamp en vragen uit bevriende landen over burgerslachtoffers. Een houding die als een rode draad door de discussies loopt. Zo waarschuwde Robert Kennedy dat een invasie “veel mensen [zou] doden, waarover we heel wat kritiek te verduren krijgen.” Onder Nixon bereikten de terreuracties een hoogtepunt, met aanvallen op visserijschepen en ambassades, en het neerhalen van een Cubaans lijnvliegtuig waarbij drieënzeventig passagiers omkwamen. De aanvallen gingen vrolijk door, terwijl de pers Castro beschuldigde van het eiland een “militair bolwerk [te hebben gemaakt], ondanks de niet-aanvals toezegging van Washington van 1962”. Opmerkelijk waren de aanslagen op toeristen door Salvadoraanse criminelen onder leiding van Luis Posada, een internationale terrorist die uit een Venezolaanse gevangenis was ontsnapt waar hij zat voor de aanslag op het Cubaanse lijnvliegtuig. Posada, die niet te vrezen had voor vervolging door de FBI, heeft zijn terreuracties gedetailleerd beschreven. Zo weten we dat die gefinancierd werden door uitgeweken Cubanen in Miami. Deze Varkensbaai-veteraan zou later samen met wapenbroeder Orlando Bosch zijn acties onder CIA vlag voortzetten. Bosch, die verantwoordelijk was voor dertig terreuracties - waaronder het neerhalen van het Cubaanse lijnvliegtuig - kreeg na intensief lobbyen door gouverneur Jeb Bush in 1989 amnestie van vader Bush. Die verwierp daarmee het oordeel van Justitie, dat meende dat vrijlating van Bosch de belangen van de VS zou benadelen. “Onze mogelijkheid om andere landen op geloofwaardige wijze aan te zetten hulp en onderdak aan terroristen te onthouden wordt daarmee aangetast”, zo luidde het.

Krachten die het embargo verdedigen zeggen [7] dat Cuba een economische puinhoop is. Maar volgens de Economist Intelligence Unit en de United Nations Economic Commission on Latin America (ECLAC) klimt Cuba gestaag uit de economische depressie die ontstond na het vertrek van zijn Sovjet partner in 1990. China werd de grootste buitenlandse investeerder. Canadese, Spaanse en Braziliaanse oliemaatschappijen verwierven exploratierechten voor de Cubaanse kust en recent meldde ook het Russische Gazprom [8] zich aan. Volgens de Cubaanse overheid zijn de reserves 20 miljard vaten groot, Amerika houdt het op 4,6 miljard vaten. Economische experts als vicepresident Carlos Lage en de aan de London School of Economics opgeleide Centrale Bank president Francisco Soberon hebben bijgedragen aan de diversificatie van de economie. Cuba staat open voor buitenlandse investeringen en kent één van de hoogste groeicijfers van het halfrond. Het blijft aankijken tegen grote problemen, maar iemand als voormalig Wereldbank president James Wolfensohn stelt dat Cuba het er beter vanaf brengt dan veel landen die jarenlang steun ontvingen van het IMF en de Wereldbank. Ironisch genoeg blokkeert de VS elke steun van deze instellingen aan Cuba, ondanks het feit dat Cuba lid en medeoprichter is van de Wereldhandelsorganisatie.

Pro-embargo hardliners zeggen dat Cuba slecht scoort op mensenrechten en vergelijken Fidel Castro met Adolf Hitler. Het is juist dat bijvoorbeeld de persvrijheid in Cuba belemmerd wordt. Maar Cuba stelt dat het Amerikaans beleid neerkomt op oorlogsvoering en een rem op openheid in het land dus nodig is. Dat is precies de reden waarom Human Rights Watch heeft opgeroepen tot beëindiging van het embargo. Maar wereldwijd is de perceptie dat de ergste mensenrechtenschendingen op Cuba vandaag gebeuren in het Amerikaanse detentiecentrum Guantanamo Bay. Het wordt tijd dat de wereld de Cubanen toelaat deel te nemen aan de ontwikkeling van hun land zonder de verdorven invloed van buitenlandse belangen.

[1] Wikipedia: “Benjamin Franklin
[2] Peter Certo: “Review: The Turkey and the Eagle
[3] Noam Chomsky: “…on the Cuban embargo and ‘democracy promotion’
[4] Wikipedia: “Monroe Doctrine
[5] Noam Chomsky: “Cuba in the Cross-Hairs: A Near Half-Century of Terror
[6] Wikipedia: "Cuban Project
[7] Lissa Weinmann: “Getting Smart About Cuba
[8] Shasta Darlington: “Russia's Gazprom plunges into Cuba's offshore oil business
 

Geen opmerkingen: